Het is vredig in huis. V. zit te tekenen, E. verft en V.'tje vermaakt zich via de verf en de treintjes met de legopoppetjes en de muziekinstrumenten. Dit soort vredigheid is zeldzaam en heerlijk. Een beter moment om mijn uitgescheurde stapel recepten netjes in de map te stoppen komt er niet dus ik schuif bij de meiden aan tafel.
Na exact 3 eneenhalve minuut houdt E. het voor gezien met de verf. Ze gaat met V.'tje spelen. Ik hum bedenkelijk. Dat wordt over het algemeen door V.'tje heel anders ervaren. Maar we zullen zien. Als het muziek maken overheersende vormen aan gaat nemen kan V. zich niet langer bedwingen en gaat ook zij "met V.'tje spelen". Ik schuif wat heen en weer op mijn stoel en neem me in stilte voor het deze keer aan de kinderen over te laten. Als zij denken dat dit kan...
Binnen no time willen ze alle 3 met dezelfde triangel spelen en rollebollen ze over de grond. Ik bijt op mijn lip en kijk naar buiten. Dan hengst V.'tje met een drumstok in V. haar oog. V. grijpt dramatisch naar haar oog, kijkt met haar andere oog naar mij, of ik graag even haar broer op wil voeden. Maar ik pieker er niet over. Ik zag dit al van mijlen ver aankomen. Los het maar op.
Als E. vervolgens over de pasgeverfde tekening van V.'tje wandelt en een heel spoor van rode vlekken op de vloer achterlaat kook ik over. Ik vlieg overeind en blaf ze allemaal naar buiten. Tierend prop ik V.'tje in zijn schoenen en duw hem achter zijn snikkende zussen aan. Opgesodehupsekeed! Eruit! Allemaal!
Grommend ruim ik de muziekinstrumenten, legopoppetjes, treintjes én verfspullen op.
Dat was toch weer 12 hele minuten jolijt ##?@*&%!!!
Ik stort mij weer op mijn receptenklus en dan slaat de twijfel toe. Het was ook wel weer een beetje van de onverwachten, die brute uitval. Ik steek mijn oor buiten de deur, hoor ik ze nog? Moet ik ze binnenhalen? Of in ieder geval even kijken waar ze uithangen? Of ze erg verdrietig en geschrokken zijn? Misschien ergens in een hoekje tegen elkaar aan zitten na te schokken?
Vanaf de slaapkamer kan ik buiten overzien dus vanachter het gordijn loer ik over het veld uit. En daar zie ik ze. Gedrieën op de grote trampoline, hand in hand, lachend en zingend aan het springen. Hun loeder van een moeder al lang en breed vergeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten