Over het algemeen vind ik mezelf als opvoeder best een hele peer. Ik ben mezelf, ik maak onwijs leuke grappen, ik word boos indien noodzakelijk, ik ben ook maar een mens en schuw niet dat te laten zien, ik stel grenzen, ik help, ik leg uit maar niet tot in den eeuwigheid, etcetera etcetera.
Vanavond stuitte ik op een duidelijke tekortkoming. Eéntje in de categorie 'daar kan ik helemaal niets mee'. Het omgaan met kinderen die een spelletje spelen en niet tegen hun verlies kunnen. En in dit geval waren het mijn eigen kinderen.
Na het in bed leggen van V.'tje (wat ik by the way weer heel opvoedkundig had gefixed) schoof ik aan bij een Winnie de Poeh achtige mens-erger-je-niet variant. De meiden hadden allebei al 2 poppetjes binnen, F. nog maar één en voor de gezelligheid hadden ze ook alvast een rode Winnie de Poeh van mij in zijn huisje gezet. We dobbelden, we verzetten de pionnetjes, we jaagden op elkaar en we hadden plezier.
Totdat...
V. in tranen uitbarstte omdat E. haar eraf moest slaan.
E. boos werd op mij omdat ze helemaal niet wilde dat ze V. moest slaan.
F. een lachstuip kreeg.
Ik zei dat het klaar was en we naar bed gingen.
E. hysterisch begon te huilen omdat ze niet naar bed wou.
F. heel wijselijk zijn mond hield en ondertussen stiekem het spelletje opruimde.
V. snikkend de kamer verliet om haar pyama aan te trekken.
E. stampvoetend achter haar zus aan ging.
Ik kan er helemaal niks mee. Ok, het zijn maar kinderen en ze hebben nog een hoop te leren en dat moet van ons komen maar toch. Wat een bijzonder vreemd gedrag. Gelukkig herkent F. wel het één en ander. Dat biedt perspectief.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten