Bij thuiskomst een opsomming van zaken waar ik een bijzonder leuk logje over had kunnen schrijven tijdens de vakantie (2 weken een familiecamping in Italie en 1 week onze vertrouwde wintersportplek en -gezelschap alleen dan in de zomer) ware het niet dat ik op vakantie was:
1. Men neme de blijdschap om de aankomst van een gezin met luidruchtigere kinderen dan de onze. Daar waar wij vroeger kermend wegzakten in de stoel bij een zojuist gearriveerd stel met schreeuwende kinderen en samen allerlei briljante ideeën hadden over hoe je deze kinderen veel beter zou kunnen opvoeden dan deze jammerlijke ouders deden, veren wij nu op en kijken elkaar gelukzalig aan: We zijn gered, we worden overschreeuwd.
2. Dan hebben we het feit dat je zo goed kan zien aan een stel dat het de vader én de moeder zijn van al de kinderen die ze bij zich hebben. Met al die samengeraapte gezinnen van tegenwoordig kom je nogal eens wat gezelschappen tegen waarvan je denkt: Mmmm...zij is vast de moeder van allebei, hij is vast niet de vader van de oudste maar met de jongste doet hij wel wat kleffer dus of dat is zijn favoriete stiefkind of zijn eigen maar ja hij ziet er eigenlijk niet echt uit als vader en daarbij doen zij samen ook een beetje stijfjes dus waarschijnlijk wil relatie 2 ook niet echt vlotten wat statistisch gezien klopt aangezien meer 2e dan 1e relaties stranden, jaja.....zo dus. Een stel waar vanaf straalt dat zij samen deze kinderen hebben gemaakt gebaard en groot gebracht is slechts een stel met kinderen, met hier en daar een kibbeltje ofzo. Nou ja, anyhow, het valt gewoon op.
3. Inmiddels zou ik zeker een Atje kunnen vullen met wat er allemaal in een Toyota Corolla blijkt te passen.
4. Het hele fenomeen camping is natuurlijk enorm logwaardig. Ik bedoel, hoe exibisionistisch moet je zijn dat je op 2 middelgrote passen van de buren vandaan je hele hebben en houwen zit te doen. En dat dát dan vrij voelt terwijl er nergens een coniferenhaagje te bekennen is, sterker nog, als ik 's ochtends in mijn niemendalletje de tent uit stap roepen er 6 relatief vreemden goedemorgen. Ze zitten net niet dichtbij genoeg om mijn weinig frisse ochtendodeur te ruiken maar het scheelt werkelijk niets.
5. En dan nog mijn klacht over die opblaasbare tenten. Wij zaten er helemaal klaar voor. Nieuwe buren met tent. F. had een biertje uit de koelkast gepakt, legde de Telegraaf opzij en zei tegen mij: 'K. draai je om, dit wordt cabaret'. Tegen de tijd dat ik mijn boek weggelegd had en mijn Hartmanstoel had omgedraaid was die fucking tent al opgezet. De nieuwe buurman maakte net fluitend de laatste scheerlijn vast. Tering! Wat is dit? En mijn jeugdtrauma dan?
6. Tot slot zou ik inmiddels zeker een Atje kunnen vullen met wat er allemaal ten overvloede in onze koffers zat. Snotmiljaar wat kan ik slecht inpakken zeg. Ik heb me sufgeïrriteerd aan mezelf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten