Het loopt allemaal goed en fijn en iedereen is tevree en ineens Kabeng! crasht de gezelligheid. F. en ik krijgen ruzie over een woord en de al dan niet bedoelde betekenis ervan. V.'tje huilt ook als hij geen honger heeft. V. en E. lijken het luisteren aan de wilgen gehangen te hebben en hun enige communicatievorm is piepend en zuchtend.
Het sluipt erin. Eerst vraag ik me af of dit nu de eerste of de tweede keer is dat ik iets vraag en dat er niet gereageerd wordt. Dan wijst F. E. voorzichtig terecht waarna E. met gierende uithalen naar de gang verdwijnt: 'is dit een normale reactie?' Vervolgens zie ik mezelf tijdens het eten opdracht na commando na correctie uitspreken. Het lijkt geen vruchten af te werpen. We raken geïrriteerd.
Als de vrije zaterdag, die in het teken moest staan van rust en vrede, wegglijdt in nog een dag vol gepiep, gezeur en geween gaat het mis. De ontploffing zat eraan te komen, de kinderen zijn desalniettemin verrast. Huilend zoeken ze hun heenkomen en dan zien F. en ik het licht. Onze aandacht is gewenst. Onze kinderen willen graag wat doen met papa en mama en dan niet een beetje 'ja leuk hoor' maar met echte oprechte aandacht. We worden gemist.
Ons leven is vol en gaat als een razende trein voorbij en dat brengt risico's met zich mee. Heftige diepgaande aandachttekorten liggen op de loer. En eigenlijk is het niet zo ingewikkeld. Op het moment dat F. en ik de zaak niet meer met humor kunnen bekijken moeten de alarmbellen gaan rinkelen. Want onze narrigheid met elkaar of met het leven slaat per direct over op de kinderen en dan heb je de poppen aan het dansen. Een narrig kind doet een heleboel dingen maar gaat in ieder geval niet luisteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten