Het is hier af en toe net het debat over de missie naar Afghanistan. En ik ben dan een soort van Boris Dittrich. Ik wil het niet en het gebeurt niet. En het gebeurt toch. Er is wel een verschil. Ik kan niet aftreden. Soort van 'tot de dood ons schijt' (nee, mam dit is geen typefout, dit is bewust, dichterlijke vrijheid , je kent het wel).
Ook F. en ik willen onze kinderen wat meegeven. Normen, waarden, fatsoen, respect, begrip, weerbaarheid, enzovoort. Eén van de dingen die daar wat mij betreft bijhoort is op een acceptabele manier het diner nuttigen, zodat je dat ook elders kan doen met je kinderen of kan laten doen door je kinderen. Over veel dingen veel dingen zijn F. en ik het eens en kunnen we, zoals het goede ouders betaamt, de welbekende lijn trekken.
Nu is F. het wel met mij eens dat boeren en winden laten aan tafel niet netjes is voor een meisje van 4. Maar het goede voorbeeld geven is nog net even te veel gevraagd. En dat is jammer.
V. had als baby al de gave om knallers te produceren waarvoor je als moeder de behoefte voelt je te verontschuldigen. Zo'n klein hoopje mens, in een box en dan een wind zoals een volwassen kerel laat. Dit is ze niet verleerd.
En er zijn 2 redenen waarom ze er ook nog trots op is:
1. haar vader doet mee
2. haar vader krijgt er de slappe lach van
Ga er maar aan staan Boris.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten