Iedereen heeft zo zijn eigen manier van omgang met het wereldleed. Ook ik heb daar in de afgelopen 33 jaar wel ongeveer mijn weg in gevonden. In mijn leven is ruimte voor bezinning, medeleven en interesse in andermans welzijn zonder dat het mijn dagelijkse gang teveel aan het wankelen brengt. Wanneer het wereldleed te heftig wordt val ik terug op de ‘Acda & De Munnik’ strategie: “Vanochtend toen de krant kwam heb ik de oplossing bedacht, ik heb hem teruggegeven aan de jongen die hem bracht”. Mijn eigen kleine gezinsgeluk is absoluut prioriteit 1.
Vier jaar geleden op deze elfde september lukte dit niet. Ik denk dat veel mensen die dag hebben doorgebracht in totale verbijstering en ongeloof over de complete gekte die de wereld overgenomen leek te hebben.
Ik was die elfde september enorm zwanger. Zeven maanden onderweg en op het hoogtepunt van mijn emotionele hormonencarrousel. Nog steeds wanneer ik terugdenk aan die dag voel ik weer dat ongeloof, die machteloosheid die zich van mij meester maakte. Ik was niet in staat om de angst die mijn lijf inkroop buiten te duwen. Het kind in mijn buik zou binnen nu en 2 maanden aan wal gaan in deze wereld. Deze afschuwelijke onvoorspelbare wereld. Waar je niet zeker weet of de mens naast je net zoveel waarde hecht aan zijn leven als jij doet aan het jouwe. Ik zat op de poef voor de tv met mijn buik vooruit en huilde. Jezus, waar waren wij aan begonnen?
Een collega zei in die dagen erna: “Juist jouw kind hebben wij zo nodig in deze wereld. Een kind wat opgroeit daar waar het kleine gezinsgeluk prioriteit 1 is. Een kind dat de kans krijgt een stukje van het goede in de wereld te brengen. Ik ben blij dat jouw kind er aan zit te komen”.
En dat klopt, een kind brengt hoop.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten