V. heeft een beste vriend. Buurjongen Merlijn. Merlijn is een jaartje ouder en dus wijzer, stoerder, sneller, beter en groter. Dat mag duidelijk zijn. Na een flink jaar met ups en downs zijn ze er halverwege deze zomer helemaal uit: V. is de baas wanneer het gaat over kleding, zonnebrillen, etenswaren, cowgirl-stuff, hoe om te gaan met kleine zusjes (die hebben ze allebei 1) en buiten krijten. Merlijn is de baas wanneer het gaat over fietsen, cowboy-dingen, zorro's en pistolen, duplo torens en treinbanen.
Sinds de strijd is gestreden zijn ze over het algemeen erg leuk samen. Er zijn dagen dat je ze samen mee durft te nemen naar de bakker, er zijn ook dagen dan durf je dat niet. Vanochtend had ik het idee dat het wel zou kunnen.
Ik had geluk. Ik had gelijk. Ze gedroegen zich voorbeeldig. Verkleed als cowgirl en zorro liepen ze keurig, binnen handbereik over de stoep. Links kijken, rechts kijken wanneer er overgestoken moest worden. Het zwaard en het pistool werden alleen tegen bomen en palen gebruikt (ik vind het altijd zo knullig wanneer ze tegen iedere voorbijganger het pistool trekken en roepen “jij moet dood”). Bij de bakker werd niet gezeurd om een koekje, bij de slager niet om een worstje.
Volmaakt gelukkig liep ik met ‘mijn’ kroost terug naar huis. Wat een beetje strakke opvoeding al niet teweeg brengt dacht ik in mijn nopjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten