dinsdag 17 januari 2006
K's hond
Misschien dat wanneer ik er een keer over schrijf, het acceptatieproces op gang komt. Omdat het dan toch alom bekend is, ofzo.
Dit is Jonas. Lief hè?
Onze Jonas is lief. In huis. Met de kinderen. Met honden die hij heeft leren kennen in de eerste 2 jaar van zijn leven. Met mensen. Tegen Henk en Harrie, onze rode katerbroers. Maar wee je gebeente als onze Jonas een hond tegenkomt die niet tot zijn beperkte vriendenkring behoort. Jonas is niet van de flauwe. Wat nou territorium afpissen, hij vliegt ze meteen naar de keel.
In de afgelopen jaren hebben we vanalles geprobeerd, getherapied, zowel medisch als psychisch onderzocht. Ik denk dat er weinig mensen zijn die hun hond zo goed kennen als dat wij Jonas kennen. Helaas levert het niets anders op dan de conclusie dat Jonas een onbetrouwbare valse labrador is die geen seconde uit het oog verloren kan worden.
En dat is op z'n minst jammer. Toen wij 4 en een half jaar geleden in een ultieme burgelijkheidsbehoefte dit hondje uitzochten had ik toch een soort van idyllisch beeld. Van een gezinnetje dat samen met de hond heerlijk in het park neerstrijkt om daar een lekker broodje te eten terwijl de hond een beetje om het gezinnetje heen scharrelt. Nu ben ik inmiddels wijzer en weet ik dat die picknick met enkel kinderen al een onhaalbare kaart is. In een park zitten namelijk wespen en een kind eet geen broodje op een kleed maar graait in de poep en valt in de vijver. Laat staan dat je een broodje kan eten met onze hond in de buurt.
Wanneer Jonas en ik gaan wandelen ben ik optimaal scherp, ik moet hem ten alle tijden voor zijn. Als ik een hond bespeur op ons pad maak ik de afweging of het pad voldoende uitwijkmogelijkheden heeft om de hond te kunnen passeren of dat ik omkeer en op een holletje een ander pad kies. Wanneer de bespeurde hond niet aan de lijn zit zoek ik in gestrekte draf een andere weg. Als dat geen optie is zoek ik contact met de eigenaar van de tegemoettredende hond, zwaaiend en roepend, met het risico dat de tegemoettredende hond denkt dat ik hem roep waardoor deze viervoeter zich in ganzenpas bij ons voegt. In die uiterste noodsituatie knijp ik Jonas zijn bek dicht.
Reuze ontspannend, een ommetje met de hond.
Voor mij is het nog een te grote hobbel maar F. laat Jonas tegenwoordig gewoon uit met zijn muilkorf om. Het komische is dat hij er dan zo gevaarlijk uitziet dat mensen direct hun eigen hond aanlijnen en met een grote boog om hem heen lopen. En dat is nu precies niet nodig bij een gemuilkorfde hond. Die kan namelijk niks. Dat komt door die muilkorf.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten